Gebeurtenissen 1830

OVERZICHT VAN DE GEBEURTENISSEN 1830 

Na de eerste troonsafstand van Napoleon, verslagen door de troepen van de 6de coalitie, beslissen de Mogendheden de kaart van Europa te herzien. Met het Verdrag van Parijs (30 mei 1814) herkennen ze de onafhankelijkheid van Nederland en plannen ze België te schenken aan dit land als “uitbreiding van territorium” dat zo een buffer zou vormen tegen Frankrijk.

Op 26 juni 1814 bepaalt het Protocol van Parijs dat de vereniging van de twee landen ‘intiem en volledig’ zal zijn om slechts één land te vormen en dat de Grondwet van Nederland ook in België van toepassing zal zijn mits enkele eenstemmige aanpassingen.

Het Congres van Berlijn (1814-1815) keurt deze beslissingen van de Verbonden heersers officieel goed. Meer nog, het ontneemt aan België de kantons van Eupen, Malmedy en Saint-Vith om ze aan de Pruisen te geven (het Verdrag van Versailles op 28 juni 1919 zal ze haar terug geven) en het wijst aan Willem van Oranje het Groot-Hertogdom Luxemburg toe, ter vergoeding voor het verlies van gebieden in Duitsland. Op 24 augustus, werd de Fundamentele Wet, namelijk de Nederlandse Grondwet, in onze provincies in voege gebracht, ondanks haar afwijzing door de meerderheid van de Belgische notabelen.

Er blijft een diepe onenigheid bestaan tussen de twee volkeren, samengebracht door de wil van de Mogendheden, en dit ondanks de economische en sociale vooruitgang tijdens het nieuwe regime. Anderzijds, door zijn persoonlijke ongecontroleerde politiek, kwetst Koning Willem de meningen van zijn onderdanen van het Zuiden en schendt hun rechten.

De verwijten nemen dus stilaan toe en veroorzaken uiteindelijk het ongenoegen bij alle klassen van de maatschappij. De tegenstand van de Belgen ten opzichte van de uiterst absolutistische en “Hollandse” tendensen van de koning, komt eerst aan bod in de Algemene Staten, waar onze vertegenwoordigers heftige reacties laten horen en tegen de regering stemmen.

Een toenadering tussen de katholieken en de liberalen vindt plaats in 1827. Het volgende jaar wordt de fusie van de twee partijen verwezenlijkt door de “Unie der opposanten” en wordt een gemeenschappelijk actieprogramma opgesteld tegen het despotisme.

Met de hulp van de pers, organiseert de Unie in november 1828 een petitie, waarbij 40.000 handtekeningen worden verzameld. In 1829 herhalen de protesterenden hun petitie en verscharen meer dan 300.000 handtekeningen. Gedurende de eerste maanden van 1830, nemen de wederzijdse negatieve gevoelens tussen de Belgen en de Nederlanders toe zowel in de Kamer als in het land. De morele scheiding is een feit maar de loyaliteit der Belgen blijft volkomend.

Op 25 augustus 830 wakkert de “Stomme van Portici” in de Muntschouwburg van Brussel de vaderlandslievende gevoelens aan. Een volksopstand ontstaat en de menigte vernietigt de woningen van verscheidene ministeriële functionarissen, alsook de drukkerij van de krant “National”, die de mening van de regering weergeeft.

Gezien het passieve gedrag van de overheid, organiseren enkele vastberaden voorvechters een Burgerlijke Wacht en kiezen ze Emmanuel van der Linden d’Hoogvorst tot leider. Zij vormen vrijwilligersverenigingen en nemen de kleuren van de Brabantse revolutie als herkenningsteken aan. Op 28 augustus stuurt een groep notabelen een verzoekschrift aan de koning om de verbetering van de toestand te bekomen.

Inmiddels stuurt Willem van Oranje een leger van 6.000 mannen, geleid door één van zijn twee zonen, naar België. De komst van de Nederlanders in Vilvoorde op 30 augustus ergert het Brusselse volk geweldig; het grijpt naar de wapens en richt barricades op.

De prins van Oranje, oudste zoon van de Koning, ziet af van geweld en treedt de stad binnen op 1 september met enkele officieren en onder de bescherming van de Burgerlijke Wacht.

Na twee dagen onderhandelingen met de leiders van de oppositie, keert hij naar Nederland terug om zijn vader een ontwerp tot administratieve scheiding, door de Brussels notabelen voorgesteld, voor te leggen. De prins laat zijn troepen terugtrekken van de Brusselse stadspoort richting Antwerpen.

Toch bereikt de onrust de steden ; een volksopstand groeit en er ontstaan overal vrijwilligerstroepen, die zich voorbereiden om de patriotten van de hoofdstad te vervoegen. Op 3 september tekent de terneergeslagen koning het ontslag van zijn onpopulaire Minister Van Maanen. Op 8 september begeven de Belgische afgevaardigden zich naar een uitzonderlijke zitting van de Staten Generaal in Den Haag.

De spanning neemt toe ; de progressieven halen het van de gematigden en vormen een Commissie van Openbare Veiligheid. De menigte is ontevreden door de traagheid van deze commissie, verdrijft haar en ontwapent de Burgerlijke Wacht (19-20 september).

Koning Willem neemt dit ter harte en beveelt zijn zoon Frederik naar Brussel te trekken om de orde te herstellen en om de wetten te doen eerbiedigen. Deze maatregel herstelt de orde niet, wakkert het patriottisme verder aan en geeft nieuwe krachten aan het volk. De bevolking bereidt zich voor op weerstand, het verzet wordt georganiseerd en hulptroepen snellen talrijk toe.

Op 23 september dringen de Nederlanders de stad binnen en stoten op straatsversperringen, op geschut van de vrijwilligers en op hevig verzet van de bevolking. De volgende dag wordt op het stadhuis een administratieve commissie opgericht. Deze machtskern telt d’Hoogvorst, Holly en Charles Rogier. Zij stellen Don Juan Van Halen aan tot opperbevelhebber van de patriotten.

Door de samenvloeiing met de commissie van Openbare Veiligheid, wordt de administratieve commissie op 26 september omgevormd tot het Voorlopig Bewind (waartussen: Alexandre Gendebien, Generaal Baron van der Linden d’Hoogvorst, Baron André Jolly, Graaf Felix de Merode, Karel Rogier, Sylvain van de Weyer).. Louis De Potter, die op 28 september uit ballingschap komt, vervoegt de gelederen. Het Voorlopig Bewind eigent zich alle bevoegdheden toe, tot zelfs de wetgevende. De Nederlanders liggen vier dagen lang zwaar onder vuur van de patriotten; in de nacht van 26 tot 27 september ontruimen ze het Park van Brussel en blazen ze de aftocht. De overwinning van de opstandelingen brengt heel het land in vervoering. De steden worden bevrijd; het platteland komt in opstand, de vrijwilligers vloeien toe naar de hoofdstad, de revolutie zegeviert. Op 4 october verklaart het Voorlopig Bewind de onafhankelijkheid van de Belgische provincies.

De bevrijding van het grondgebied loopt ten einde : achtervolgd door de patriotten, worden de Nederlanders teruggedrongen naar de Nete (het gevecht van Waelhem), nadien naar Antwerpen (gevechten van Berchem en van Borgerhout). Enkel de burchten van Antwerpen en Maastricht blijven onder hun bewind. De Conferentie van London, bestaande uit vertegenwoordigers van de vijf grootmogendheden (Groot-Brittannië, Oostenrijk, Frankrijk, Pruisen en Rusland), legt op 4 november een wapenstilstand op en de wederzijdse ontruiming van de grondgebieden. Nadien beslist ze opeenvolgend (protocollen van december 1830 en van januari 1831) de ontbinding van het Koninkrijk der Nederlanden, de onafhankelijkheid van België en ook de eeuwige en onschendbare neutraliteit van de nieuwe Staat. Ze bepaalt nog ons deel van de schuld van het ontbonden koninkrijk en de “basis van de scheiding” tussen Noord en Zuid. Op 10 november komt het Nationaal Congres voor het eerst bijéén. Het stemt die belangrijke decreten : de onafhankelijkheid van België, de erfelijke en representatieve monarchie en de definitieve uitsluiting van de familie van Oranje-Nassau. Het voorziet vervolgens het land van een Grondwet.

Wegens de weigering om de Belgische troon te bestijgen van de Hertog van Nemours, zoon van Louis-Philippe, koning der Fransen, richt het Congres op 24 februari 1831 een regentschap op.

Deze hoogstaande opdracht wordt aan baron Surlet de Chokier toevertrouwd.

Op 4 juni stemt het Congres de benoeming van Prins Leopold van Saksen Coburg als koning ; maar deze prins laat zijn aanvaarding afhangen van de goedkeuring door het Congres van het Verdrag der XVIII artikels, door de Mogendheden voorgesteld als voorwaarde tot de vrede. Na woelige debatten aanvaardt het Congres het Verdrag der XVIII artikels op 9 juli. Op het Koningsplein te Brussel heeft de eedaflegging van de eerste koning der Belgen plaats op 21 juli. Koning Willem weigert tot de voorwaarde tot de vrede toe te treden en zijn troepen vallen België zonder enige aanmaning binnen op 2 augustus. Aanstonds neemt koning Leopold de leiding van zijn troepen, maar de strijd is ongelijkmatig (Veldtocht der 10 dagen). De komst van 50.000 mannen van de Franse generaal Gérard dwingt de Nederlanders tot terugtrekking achter hun grenzen.

Omwille van de Hollandse agressie wordt op de Conferentie van Londen het Verdrag der XVIII artikels vervangen door het Verdrag der XXIV artikels, die ons minder gunstig is omdat het ontneemt Maastricht met het Nederlandse Limburg, het Duitstalige Luxemburg en doet België een deel van de schuld van het gewezen Koninkrijk der Nederlanden dragen. België aanvaardt gelaten dit verdrag op 15 november 1831, terwijl daarentegen Willem I het verwerpt en weigert Antwerpen te bevrijden. Leopold I beroept zich op de Mogendheden. Frankrijk en Groot-Brittannië sluiten de Nederlandse kusten af, terwijl een Franse legereenheid, met aan het hoofd Maarschalk Gérard, de overgave van Generaal Chassé afdwingt (1832). Willem I weigert gedurende zes jaren nog hardnekkig de beslissingen van de Conferentie te aanvaarden. In 1838 verklaart hij plots het Verdrag der XXIV artikels te willen aannemen.

België wordt aangemaand de uitvoering van het Verdrag te verzekeren en aanvaardt officieel het goed te keuren ondanks de zware consequenties. Op 19 april 1839 tekent onze gevolmachtigde minister in Londen de definitieve akte; zodoende sluit hij de diplomatieke onderhandelingen af en geeft hij ons land een internationaal statuut.

Voortaan vormt de onafhankelijke en neutrale België « de sluitsteen van het Europese evenwicht ».

Uittreksel van : 1830, grandes figures, H. Depester, Uitgeverij Vanderlinden, Brussel, uitgegeven in « de Congres Kolommen », september 2004 platen : www.ars-moriendi.be, www.dechokier.be, « Histoire illustrée de la Belgique » J. Willequet, Uitgeverij J-M Collet